De Marokkaans Nederlandse chirurg Abdelali Bentohami was op vakantie in Marokko toen hij de droom kreeg om chirurg te worden. Zijn doel was om de minderbedeelden in Marokko te helpen met medische behandelingen.
Als klein kind liep ik met mijn vader langs het Mohamed V ziekenhuis. Buiten zaten en lagen er veel mensen op de grond. Ik dacht meteen dat het daklozen waren, maar dat bleek niet zo te zijn. Mijn vader probeerde mij als vier jarige jongen uit te leggen dat het arme mensen waren die op medische zorg zaten te wachten.
Onbewust besloot ik toen dat ik mensen wilde gaan helpen. Met mijn eigen handen. Want naast dat idealisme, houd ik ook gewoon enorm van met mijn handen werken. Ik vind het leuk om dingen die kapot zijn te herstellen. In dat opzicht had ik ook timmerman kunnen worden, maar daarvoor was ik me te bewust van de kansen die ik had en die mijn vader nooit heeft gekregen.
Mijn vader heeft in Nederland altijd als schoonmaker gewerkt en stimuleerde mij en mijn broers en zussen enorm om goede cijfers te halen op school. Ik kon best aardig voetballen, en speelde bij de Ajax-jeugd. Dat vond hij wel leuk, maar een goed rapport maakte veel meer indruk. En ook ik zag daar het belang van in. Ik weet nog dat Louis van Gaal me een keer aansprak in de kleedkamer na een wedstrijd. Ik was een jaar of twaalf toen. Ik had twee keer gescoord en hij grapte: “Ik zie je in het eerste, Bentohami!”, waarop ik antwoordde dat ik geen voetballer, maar dokter wilde worden.
In het laatste jaar van mijn coschappen is het idee voor mijn stichting ontstaan. Ik had een aantal artsen ontmoet die als vrijwilliger weleens in landen als Ethiopië en Zimbabwe opereerden en ik dacht; kunnen we dat niet ook in Marokko doen? Er is daar nog steeds een groot tekort aan ziekenhuizen en medisch personeel. Vooral mensen met weinig geld lijden hieronder. Ik heb toen contact gelegd met een ziekenhuis in Marokko en samen met twee collega-chirurgen ben ik daarheen gegaan. Dat is nu tien jaar geleden en inmiddels zijn we dertig projecten en duizend operaties verder, van klompvoeten tot hartoperaties. Ook zet ik me in voor de verbetering van de werkomstandigheden voor de artsen daar en dragen we kennis over. Zelf zit ik er bijna maandelijks.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibu
De dankbaarheid die ik ervaar van de mensen is iedere keer weer zo groot, dat het bijna verslavend is. Ik vind het ook een prettige afwisseling met mijn werk hier. Ik ben opgeleid tot traumachirurg in het AMC en inmiddels ben ik eigenaar van meerdere privéklinieken waar we voornamelijk besnijdenissen en cosmetisch-chirurgische ingrepen doen.
De band met mijn patiënten in Marokko is anders dan met mijn patiënten hier. Sommige ontmoetingen daar raken me heel diep. Zo was er een jongetje van zes dat door medische fouten nierproblemen had gekregen en aan de dialyse moest. Hij kwam uit een arme familie in de bergen en zijn grootmoeder reisde drie keer per week met haar zieke kleinzoon naar de stad voor zijn nierdialyse. Als hij in het ziekenhuis was, sliep zij in de moskee, of wachtte ze gewoon op straat tot hij klaar was. Tijdens een van de projecten van Santé pour Tous moest ik deze jongen opereren. Het was een relatief kleine operatie, het plaatsen van een shunt, een verbinding waardoor de dialysemachine kan worden aangesloten op de bloedbaan, maar de jongen bleek zo verzwakt dat hij drie dagen na de operatie een hartstilstand kreeg en overleed in het ziekenhuis. Toen heb ik zo ontzettend staan huilen. Ik ben ook naar zijn graf geweest. Tijdens de rit ernaartoe, in een comfortabele taxi met airconditioning, realiseerde ik me pas echt wat hij en zijn grootmoeder iedere week hadden moeten ondernemen. Een doodziek kind en zijn oma, die uren opgepropt in een benauwde bus over een soort fietspad hobbelden om medische hulp te krijgen. Mohammed heette hij. Ik zal hem nooit vergeten.
Door deze ervaring ben ik alleen maar gesterkt in mijn overtuiging dat dit werk vreselijk belangrijk is.
s leo.